Snoeien

Snoeien

Snoeien_0001-1

Snoeien is één van de meest besproken onderwerpen als het over tuinonderhoud gaat. Mijn vroegere werkgever zei altijd ‘als je goed kan snoeien ben je al voor de helft tuinman’. Als je daar eens goed over na gaat denken kom je al snel tot de conclusie dat hij daar gelijk in had. Goed snoeien kan je namelijk alleen maar als je van iedere plant die je snoeit exact weet wanneer, hoe en waarom je die bepaalde plant moet snoeien. De eerste stap is dus om de planten in uw tuin te leren kennen. Van een Hovenier wordt verwacht dat hij of zij de meest voorkomende planten kan herkennen wat een behoorlijke opgave is daar het assortiment planten zeer uitgebreid is. In uw eigen tuin zal u in de meeste gevallen al snel een ‘goede tuinman’ zijn doordat er slechts een beperkt aantal planten in zal staan.

Snoeien is onnatuurlijk
Niet zelden heb ik tijdens snoeiwerkzaamheden de vraag gekregen of snoeien niet iets tegennatuurlijks is. Als ik dan de voorbeelden noem van dieren die aan stengels en bladeren eten, door sneeuw, ijzel of wind takken uitbreken of door een blikseminslag een complete kruin uit een boom kan breken is de vraag al ontkennend beantwoord. Gelukkig bezitten planten het vermogen om opnieuw uit te groeien als er een stuk wordt verwijderd. De meeste planten bezitten lager gelegen slapende knoppen die na zo’n ingreep gestimuleerd worden uit te lopen.

Snoeien_0002-1
Snoeien_0003-1

Vormsnoei
Denk hier aan buxus haagjes, coniferen, heggen ,bonsai en groenblijvende heesters. De beste tijd voor vormsnoei is het najaar of vroege voorjaar. Meestal wordt vormsnoei met een heggenschaar uitgevoerd waar ik niet altijd achter sta. Vooral waar het loofsoorten betreft. Door gebruik te maken van een heggenschaar knip je de bladeren door de midden wat een lelijk resultaat geeft. Beter is het dan om gebruik te maken van een snoeischaar.

Verjongingssnoei
Snoei geeft groei én bloei dat is een regel die je al vroeg op de tuinbouwschool geleerd krijgt. Verjongingssnoei is toe te passen op alle heesters/struiken. Zorg er voor dat je de natuurlijke groeiwijze niet te veel beïnvloed. Snoei zoveel mogelijk oude takken weg en laat de jonge twijgen groeien. Let er op dat je een open heester krijgt waar zonlicht goed toe kan treden. Zoek uit of de struik die je wilt snoeien op één of meerjarig hout bloeit. Struiken die op één jarig hout bloeien kan je het beste direct na de bloei met een snoeischaar of takkenschaar terug snoeien. Jonge twijgen zullen zich dan snel ontwikkelen waardoor u het volgende jaar als dank een zeer rijk bloeiende struik zult overhouden. Struiken die op meerjarig hout bloeien dienen ook ieder jaar gesnoeid te worden. Je snoeit dan alleen de oudste takken helemaal weg om te verjongen. Naast het gebruik van een snoeischaar of takkenschaar zal bij meerjarige bloeiers ook een beugelzaag van pas
kunnen komen.

Snoeien_0004-1

Noodzakelijke snoei
Takken die in ongewenste richting groeien, zieke, dode of beschadigde takken en wortelopslag. Noodzakelijke snoei mag je op ieder moment uitvoeren. Pas alleen op voor bloedende bomen zoals een Berk (Betula), Esdoorn (Acer) en Haagbeuk (Carpinus betulus). In het voorjaar als de sapstroom op gang komt is het zelfs mogelijk dat deze doodbloeden. Beter is dan om te wachten tot november/december.

Snoeien

Snoei voor een tweede bloei

Er zijn verschillende vaste planten die je kan terugsnoeien om een tweede bloei te stimuleren. Als voorbeeld in het filmpje heb ik de Alchemilla mollis genomen. Deze Alchemilla snoei je vrijwel direct na de bloei met een heggenschaar volledig terug. Binnen een mum van tijd zal de Alchemilla nieuw blad aanmaken en in de nazomer kan je dan genieten van een tweede bloei. De tweede bloei is vaak minder spectaculair dan de eerste bloei maar het is zeker de moeite waard dit te proberen. Niet alleen het voordeel van een tweede bloei wordt hiermee behaald, maar het nieuwe frisse blad alleen al is de moeite waard. Zoals ik in het filmpje zei is deze methode niet alleen voor de Alchemilla geschikt maar zijn er diverse vaste planten die deze methode verdragen. Onderstaand een lijstje met deze vaste planten.

  • Alchemilla Mollis (Vrouwenmantel)
  • Nepeta (Kattekruid)
  • Geranium (Geranium)
  • Leucanthemum (Margriet)
  • Delphinium (Riddersporen)
  • Viola cornuta (Hoornviooltjes)
  • Lupinus (Lupine)
  • Achillea (Duizendblad)
  • Salvia (Salie)
  • Alyssum (Schildzaad)
  • Erigeron (Fijnstraal)
  • Trollius (Kogelbloem)
Snoeien

Druiven snoeien

Hoe je het beste een druif snoeit is afhankelijk van de leeftijd van de druif. De eerste 3 jaar snoei je een druif of druivelaar zoals onze Vlaamse buren de druif noemen op een andere manier. Maar niet alleen de leeftijd van de druif bepaald de snoeiwijze ook is er verschil tussen winter en zomersnoei. Onderstaand zal ik dit eens nader uitleggen.

Druif snoeien de eerste 3 jaar

Jaar 1
Hier ga ik uit van een druivenstek die je afgelopen winter gestekt hebt. Na het planten (na 1 juni) zal de druivenstek één of meerdere scheuten maken. Zoek hiervan de mooiste scheut uit en laat deze zitten. Eventuele andere scheuten dien je terug te snoeien. Die ene scheut die je hebt laten zitten zal zijscheuten proberen aan te maken wat wij niet moeten toestaan. Je snoeit telkens als de druif een zijscheut maakt deze direct weg. Op deze manier zal alle groei naar de lengte en dikte van die ene scheut gaan. Afhankelijk van de soort druif en de weersomstandigheden zal de lengte van deze ene scheut tussen de 50 en 125 cm bedragen. Ook het wortelgestel zal zich op deze manier sterk ontwikkelen. Snoei nu als de druif in het najaar zijn blad heeft laten vallen de druif rigoureus terug tot ongeveer 3 knoppen boven de grond. Dit is het punt waar veel mensen verstek laten gaan daar de meeste van ons dit zonde vinden. Toch zal je hier veel voordeel in de komende jaren mee behalen.

Jaar 2
Wederom zal de druif met meerdere scheuten gaan uitlopen. Zoek nu de beste twee scheuten uit en verwijder alle andere scheuten die zich hebben gevormd of nog gaan vormen. Wederom tolereren we van deze twee scheuten niet dat ze zijscheuten aanmaken en knippen deze het hele groeiseizoen telkens weg. Als de druif zijn blad heeft laten vallen in het najaar zoeken we uit de twee scheuten de mooiste, dikste en krachtigste van de twee uit en binden deze voorzichtig op. De andere scheut knippen we geheel weg. Nu staat er dus één stevige aangebonden scheut die vanaf nu Moederstam genoemd wordt.

Jaar 3
Vanuit de moederstam zullen zich nu in mei scheuten gaan vormen. Bind de scheuten die vanuit de moederstam groeien, nadat ze sterk genoeg zijn, voorzichtig langs de draden op. Het beste is om stevige draden te spannen om de 35 à 45 cm. Deze aangebonden scheuten die vanuit de moederstam komen noemen we vanaf nu de draagsporen.

Wintersnoei druif ouder dan 3 jaar
Zoals we hierboven al schreven bestaat de druif uit een moederstam en draagsporen. De moederstam en draagsporen van de druif worden normaal gesproken niet gesnoeid. Enkel bij zwaar verwaarloosde of zeer oude druiven kan het zijn dat de moederstam en/of draagsporen gesnoeid dienen te worden. De zijtakken en het verlengde van de draagsporen zijn de vruchttakken waarop de druif zal bloeien en druiven zal dragen. Juist de vruchttakken van de druif dienen ieder jaar vernieuwd te worden. De reden hiervoor is dat een druif slechts vruchten zal dragen op eenjarige scheuten. Je snoeit de vruchttakken, het liefst in februari als het niet vriest, die afgelopen jaar gebloeid en vruchten gedragen hebben weg tot boven het eerste goed ontwikkelde oog (knop). In de meeste gevallen zal dit het tweede oog vanaf het draagspoor zijn daar het eerste oog vaak niet goed ontwikkeld is.

Draagsporen druif verjongen
Indien de druif weinig tot geen druiven draagt dan dienen we eens goed te kijken naar de lengte van de draagsporen. Wat ik vaak tegenkom is dat de draagsporen veel te lang zijn waardoor krachtige groei zal verzwakken met het gevolg dat de druif weinig of druiven van een slechte kwaliteit dragen. Indien de draagsporen te lang zijn kan je deze verjongen door ze in te korten tot ongeveer 10cm vanaf de moederstam. Uit de onderste scheut zullen zich dan meerdere nieuwe scheuten vormen. Bewaar de beste en krachtigste van deze scheuten om hier een nieuw draagspoor van te maken. Denk er wel aan dat deze scheut het volgende jaar niet zal bloeien en vruchten dragen. Indien je dus meerdere of zelfs alle draagsporen zal willen verjongen kan je dit het beste door dit jaar de ene helft en volgend jaar de andere helft te verjongen. Op deze manier heeft u in ieder geval nog een aantal draagsporen die druiven zullen dragen.
 
Zomersnoei druif
De zomersnoei is op zijn minst net zo belangrijk als de wintersnoei van de druif. Alleen als je de zomersnoei goed uitvoert zullen er grote en gezonde druiven gevormd worden. Het begint eigenlijk met de dieven die je het gehele groeiseizoen uit de druif moet knippen. Dieven zijn de scheutjes die in de oksels van de draagsporen tot ontwikkeling komen. Nu is het wachten op de eerste bloemtrosjes. Wil je de bloemtrosjes van de druif ontdekken dan dien je zo rond begin juni de druif goed te observeren daar de bloei niet erg opvalt. Gelukkig weten de bijen de bloemen wel goed te vinden daar dit voor de bestuiving erg belangrijk is. Zo rond half juli begin je toch duidelijk trosjes met hele kleine besjes te zien. Dit is het moment om wederom de snoeischaar ter hand te nemen en iedere vruchttak die een trosje besjes bezit terug te snoeien tot ongeveer twee bladeren voorbij het trosje. Indien er op één vruchttak meerdere trosjes gevormd zijn dan laat je slechts het trosje die het dichtst bij de draagspoor staat staan. Alle scheuten die geen trosjes bezitten kunnen volledig weggesnoeid worden. Op deze manier kan de druif zijn krachten gebruiken om mooie druiventrossen te maken.

Druiven krenten
Schrik niet als er na verloop van tijd besjes spontaan van de steeltjes vallen. Dit is absoluut geen reden voor paniek maar slechts een natuurlijke rui. Toch is de natuurlijke rui van de druif niet voldoende voor een ieder die net zulke mooie grote druiven als in de winkel liggen aan hun eigen druivelaar willen hebben groeien. Je zal dan de natuurlijke rui een handje moeten helpen door, zoals dat zo mooi heet, te gaan krenten. Druiven krenten is echter voor de echte fanatieke druiven bezitter en vraagt toch wel om wat geduld. De trosjes met bessen dienen stuk voor stuk bekeken te worden en vrij gemaakt te worden van overtollige besjes. Het beste is om de 9 grootste besjes te laten zitten en de rest te verwijderen door deze voorzichtig met duim en wijsvinger van het steeltje te draaien.

Het aanbinden van druiven dien je altijd te doen met bindbuis.!!

Gazon onderhoud

Onkruid in het gazon

Onkruiden in het gazon zijn net zoals mos in het gazon voor de één een doorn in het oog en voor de ander een natuurlijk verschijnsel. Vooral bezitters van een siergazon zijn ten einde raad wanneer onkruid de kop op steekt in het gazon.

Onkruid_gazon_0001-2

Onkruid in een nieuw aangelegd gazon
Wanneer je een nieuw gazon hebt aangelegd van graszoden zal je de eerste tijd niet tot nauwelijks last hebben van onkruiden. Goede graszodenkwekers leveren nagenoeg onkruidvrije graszoden. Bij pas ingezaaide gazons is het normaal dat er binnen afzienbare tijd onkruiden opkomen. Maak je daar ook niet te druk om. Het voortijdig verwijderen van onkruid in een pas ingezaaid gazon richt over het algemeen meer schade aan dan dat het goed doet. Daarbij zullen de meeste onkruiden die in een pas ingezaaid gazon opkomen vanzelf weer verdwijnen doordat deze niet tegen maaien kunnen. De overige onkruiden kan je het beste verwijderen als het pas ingezaaide gazon sterk genoeg is om te betreden. Je kunt dan het beste na verwijdering van het onkruid de kale plek in het gazon direct weer inzaaien om herhaling te voorkomen. Onderstaand onkruiden die veel in een pas ingezaaid gazon voorkomen maar weer verdwijnen door te maaien zijn o.a.

  • Bromus Hordeaceus (Zachte Dravik)
  • Elytrigia Repens, syn. Elymus repens en Agropyron
  • repens (Kweek of Kweekgras)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Setaria Viridis (Naaldaar)
  • Digitaria Sanguinalis, syn. Panicum sanguinale L. (Harig vingergras of bloedgierst)
Onkruid_gazon_0002-1

Onkruid in een bestaand gazon bestrijden
Indien het een niet al te groot gazon betreft en de onkruiden nog niet de overhand hebben kan je onkruid in het gazon het beste bestrijden door deze er uit te wieden. Als je dit met regelmaat doet is dit een zeer ontspannen werkje. Let wel op dat je de gehele wortel bij met name wortelonkruiden verwijderd. Indien het een groot gazon betreft die al vol met onkruid zit kan je ondanks dat ik hier geen voorstander van ben het gazon bespuiten met een chemisch bestrijdingsmiddel. Er zijn speciale selectieve bestrijdingsmiddelen in de handel die tweezaadlobbigen dood en eenzaadlobbige laat leven. Deze bestrijdingsmiddelen bevatten groeihormonen die ervoor zorgen dat tweezaadlobbigen onkruiden zo hard gaan groeien dat ze uitgeput raken en uiteindelijk afsterven. Het komt dan ook regelmatig voor dat klanten waar wij het gazon tegen onkruiden bespoten hebben binnen enkele dagen opbellen met de opmerking dat het alleen maar erger wordt. Dit is voor mij het teken dat de spuitstof zijn werk gedaan heeft. Binnen twee weken zal al het onkruid verwelkt zijn. Het spuiten van een onkruidbestrijdingsmiddel doe je alleen bij windstil en bewolkt weer en wanneer er de komende 24 uur geen regen van betekenis verwacht wordt. De beste tijd om te spuiten is medio mei.

Indien je de keuze maakt om onkruid in het gazon te bestrijden met een chemisch bestrijdingsmiddel dient het gazon minstens 1 jaar oud te zijn.

Veel voorkomende onkruiden in een gazon

  • Veronica filiformis (Draad ereprijs)
  • Bellis perennis (Madeliefje)
  • Cerastium holosteoides (Hoornbloem)
  • Prunella vulgaris (Brunel)
  • Taraxacum officinale (Paardenbloem)
  • Capsella bursa-pastoris (Herderstasje)
  • Trifolium dubium (Kleine klaver)
  • Trifolium repens (Witte klaver)
  • Medicago lupulina (Hopklaver)
  • Plantago lanceolata (Smalle weegbree)
  • Plantago major (Brede of grote weegbree)
  • Plantago media (Ruige weegbree)
  • Hypochaeris radicata (Biggekruid)
  • Hieracium pilosella) Muizeoor
  • Glechoma hederaceae (Hondsdraf)
  • Potentilla anserina (Zilverschoon)
  • Ranunculus bulbosus (Knol boterbloem)
  • Ranunculus acer (Scherpe boterbloem)
  • Ranunculus repens (Kruipende boterbloem)
  • Ranunculus ficaria (Speenkruid)
  • Rumex acetosa (Veldzuring)
  • Rumex obtusifolius (Ridderzuring)
  • Rumex acetosella (Schapenzuring)
  • Sagina procumbens (Liggend vetmuur)
  • Cirsium arvense (Akkerdistel)
  • Ongewenste grassen in het gazon zijn
  • Holcus Lanatus (Gewone witbol)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Elytrigia Repens (Kweek)

Indien je de onkruiden in het gazon bespuit met een chemisch bestrijdingsmiddel maai dan 7 dagen voor en 7 dagen na de behandeling het gazon niet.

Onkruidbestrijding

Wortelonkruiden bestrijden

Wortelonkruiden zijn de hardnekkigste onkruiden in de tuin. Helaas worden wortelonkruiden nog al eens op een verkeerde manier bestreden. Veel mensen pakken bij het zien van onkruid direct de schoffel. Schoffelen tegen wortelonkruiden werk averechts! Door het schoffelen zullen de worteluitlopers van de wortelonkruiden beschadigen en zich verder verspreiden in de tuin. Schoffelen tegen wortelonkruiden staat dus gelijk aan vermeerderen!

Wortelonkruiden wieden op kale stukken grond
Ook het wieden van wortelonkruiden zal geen makkelijke klus zijn. Zodra je aan een wortelonkruid trekt zal het loof afbreken en de wortels of een gedeelte daarvan in de grond achterblijven. Gevolg is weer hetzelfde als bij schoffelen. Er is een manier van wieden wat wel goed werkt bij het gevecht tegen wortelonkruiden. Dit noemen we uitpuinen. Om de border uit te puinen maken we gebruik van een greep of riek. Steek de greep of riek in de grond en beweeg deze met een schokkerige beweging weer naar boven. De wortels zullen door het loswerken van de aarde naar de oppervlakte komen waardoor je ze makkelijk met de hand kan verwijderen. Op deze manier heb je de meeste kans dat je alle wortels te pakken krijgt. Uitpuinen werkt goed op stukken grond waar geen of weinig beplanting aanwezig is.

Wortelonkruiden_bestrijden_0001-1

Wortelonkruiden bestrijden in vaste plantenborder
Indien je het al zover hebt laten komen dat de wortels van de wortelonkruiden in/door het wortelgestel van gewenste beplanting groeien zul je wat geduld moeten hebben. Wortelonkruiden laten zich in deze situatie niet gemakkelijk verwijderen. Toch zijn er twee manieren om ook nu de wortelonkruiden weg te krijgen zonder de beplanting weg te gooien.

Manier 1
Manier 1 pas je toe als er wel wortelonkruiden in de border groeien maar nog niet overwoekeren. In dit geval kan je de meeste, indien er ruimte genoeg is, wortelonkruiden uitpuinen (zoals hierboven beschreven). Het is een secuur werkje om tussen de vaste planten uit te puinen maar het werkt goed. De wortelonkruiden die in/door het wortelgestel van de vaste planten groeien laat je zitten. Verwijder in geen geval het loof van de wortelonkruiden. Het loof (blad) smeer je in met een kwastje met Roundup. Na de behandeling met Roundup duurt het ongeveer twee weken voordat je de wortelonkruiden ziet verwelken. Roundup is namelijk een bestrijdingsmiddel die opgenomen wordt door de gehele plant zodat ook het wortelgestel af zal sterven.

Manier 2
Manier twee pas je toe als het lijkt dat er geen redden meer aan is. Schep in het najaar alle vaste planten uit de border waar de wortelonkruiden zich bevinden. De vaste planten scheur je. Tijdens het scheuren van de vaste planten verwijder je de wortels van de wortelonkruiden. De delen van de vaste planten die je straks weer terug wilt zetten geef je een tijdelijk onderkomen. Dit kan zijn een opkuilhoek of in een paar cement kuipen. Dit doe je om twee redenen. Ten eerste kan je zo goed in de gaten houden of er nog resten van wortelonkruiden in het wortelgestel van de vaste planten aanwezig zijn en ten tweede geeft dat de tijd om het stuk border waar de wortelonkruiden zich bevinden eens goed op te schonen. Zelf ben ik een groot voorstander om deze klus zonder chemische middelen uit te voeren. Dat wordt dus uitpuinen van de border zoals hierboven beschreven. Wacht een drietal weken met het terugplaatsen van de vaste planten die je een tijdelijk onderkomen hebt gegeven. Eventuele resten wortelonkruid die in deze tijd opkomen kan je dan verwijderen. Pas als je zeker weet dat er geen wortelonkruiden meer aanwezig zijn plant je de vaste planten weer uit in de border. Dit is een uitgelezen kans direct de border te voorzien van goede tuinaarde/bemesting.

Wortelonkruiden tussen verharding of half verharding bestrijden
Indien er tussen de bestrating of grindpaden wortelonkruiden groeien is het grijpen naar chemische middelen bijna onoverkomelijk. Er is echter nog één manier om van de lastige wortelonkruiden af te komen op verhardingen of half verhardingen. Je dient de wortelonkruiden dan uit te putten. Dit is wel een werkje waarbij je geduld moet hebben maar dat het werkt is zeker. Trek telkens als je ook maar het kleinste stukje blad van de wortelonkruiden op ziet komen deze weg. Na verloop van tijd zal je zien dat de wortelonkruiden het op zullen geven. Indien het om grote stukken bestrating/grind gaat is dit bijna niet meer te doen en is het kiezen voor een chemisch bestrijdingsmiddel de beste. Kies voor een bestrijdingsmiddel die opgenomen wordt door de plant zodat ook de wortels zullen afsterven.

Wortelonkruiden_bestrijden_0002-3
Onkruidbestrijding

Onkruid in het gras

Onkruiden in het gazon zijn net zoals mos in het gazon voor de één een doorn in het oog en voor de ander een natuurlijk verschijnsel. Vooral bezitters van een siergazon zijn ten einde raad wanneer onkruid de kop op steekt in het gazon.

Onkruid_gazon_0001-3

Onkruid in een nieuw aangelegd gazon
Wanneer je een nieuw gazon hebt aangelegd van graszoden zal je de eerste tijd niet tot nauwelijks last hebben van onkruiden. Goede graszodenkwekers leveren nagenoeg onkruidvrije graszoden. Bij pas ingezaaide gazons is het normaal dat er binnen afzienbare tijd onkruiden opkomen. Maak je daar ook niet te druk om. Het voortijdig verwijderen van onkruid in een pas ingezaaid gazon richt over het algemeen meer schade aan dan dat het goed doet. Daarbij zullen de meeste onkruiden die in een pas ingezaaid gazon opkomen vanzelf weer verdwijnen doordat deze niet tegen maaien kunnen. De overige onkruiden kan je het beste verwijderen als het pas ingezaaide gazon sterk genoeg is om te betreden. Je kunt dan het beste na verwijdering van het onkruid de kale plek in het gazon direct weer inzaaien om herhaling te voorkomen. Onderstaand onkruiden die veel in een pas ingezaaid gazon voorkomen maar weer verdwijnen door te maaien zijn o.a.

  • Bromus Hordeaceus (Zachte Dravik)
  • Elytrigia Repens, syn. Elymus repens en Agropyron repens (Kweek of Kweekgras)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Setaria Viridis (Naaldaar)
  • Digitaria Sanguinalis, syn. Panicum sanguinale L. (Harig vingergras of bloedgierst)
Onkruid_gazon_0002-2

Onkruid in een bestaand gazon bestrijden
Indien het een niet al te groot gazon betreft en de onkruiden nog niet de overhand hebben kan je onkruid in het gazon het beste bestrijden door deze er uit te wieden. Als je dit met regelmaat doet is dit een zeer ontspannen werkje. Let wel op dat je de gehele wortel bij met name wortelonkruiden verwijderd. Indien het een groot gazon betreft die al vol met onkruid zit kan je ondanks dat ik hier geen voorstander van ben het gazon bespuiten met een chemisch bestrijdingsmiddel. Er zijn speciale selectieve bestrijdingsmiddelen in de handel die tweezaadlobbigen dood en eenzaadlobbige laat leven. Deze bestrijdingsmiddelen bevatten groeihormonen die ervoor zorgen dat tweezaadlobbigen onkruiden zo hard gaan groeien dat ze uitgeput raken en uiteindelijk afsterven. Het komt dan ook regelmatig voor dat klanten waar wij het gazon tegen onkruiden bespoten hebben binnen enkele dagen opbellen met de opmerking dat het alleen maar erger wordt. Dit is voor mij het teken dat de spuitstof zijn werk gedaan heeft. Binnen twee weken zal al het onkruid verwelkt zijn. Het spuiten van een onkruidbestrijdingsmiddel doe je alleen bij windstil en bewolkt weer en wanneer er de komende 24 uur geen regen van betekenis verwacht wordt. De beste tijd om te spuiten is medio mei.

Indien je de keuze maakt om onkruid in het gazon te bestrijden met een chemisch bestrijdingsmiddel dient het gazon minstens 1 jaar oud te zijn.

Veel voorkomende onkruiden in een gazon

  • Veronica filiformis (Draad ereprijs)
  • Bellis perennis (Madeliefje)
  • Cerastium holosteoides (Hoornbloem)
  • Prunella vulgaris (Brunel)
  • Taraxacum officinale (Paardenbloem)
  • Capsella bursa-pastoris (Herderstasje)
  • Trifolium dubium (Kleine klaver)
  • Trifolium repens (Witte klaver)
  • Medicago lupulina (Hopklaver)
  • Plantago lanceolata (Smalle weegbree)
  • Plantago major (Brede of grote weegbree)
  • Plantago media (Ruige weegbree)
  • Hypochaeris radicata (Biggekruid)
  • Hieracium pilosella) Muizeoor
  • Glechoma hederaceae (Hondsdraf)
  • Potentilla anserina (Zilverschoon)
  • Ranunculus bulbosus (Knol boterbloem)
  • Ranunculus acer (Scherpe boterbloem)
  • Ranunculus repens (Kruipende boterbloem)
  • Ranunculus ficaria (Speenkruid)
  • Rumex acetosa (Veldzuring)
  • Rumex obtusifolius (Ridderzuring)
  • Rumex acetosella (Schapenzuring)
  • Sagina procumbens (Liggend vetmuur)
  • Cirsium arvense (Akkerdistel)

Ongewenste grassen in het gazon zijn o.a.

  • Holcus Lanatus (Gewone witbol)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Elytrigia Repens (Kweek)

Indien je de onkruiden in het gazon bespuit met een chemisch bestrijdingsmiddel maai dan 7 dagen voor en 7 dagen na de behandeling het gazon niet.

Onkruidbestrijding

Onkruid

Heb je het over de tuin dan komt al snel het onderwerp onkruid aan bod. Niet alleen het werk wat erbij komt kijken om een tuin onkruidvrij te maken maar ook de vraag wat is onkruid hoor ik maar al te vaak. Wie herkent de anekdotes nou niet die op vele verjaardagen ter sprake komen van manlief die zijn best had gedaan om de tuin onkruid vrij te maken maar wat later vaste planten bleken te zijn. Hiermee wordt al snel duidelijk dat wat voor de een onkruid is dit voor de ander niet zo hoeft te zijn. De definitie van onkruid luidt dan ook “Onkruid is een ongecultiveerd kruidachtig gewas die op een ongewenste plaats groeit”?.

Om onkruiden effectief te kunnen bestrijden dienen we eerst wat kennis op te doen van de soorten onkruid. Onkruid kan je in twee belangrijke groepen indelen nl. de wortelonkruiden en de zaadonkruiden.

Bekende Wortelonkruiden zijn

• Zevenblad of Hanepoot (Aegopodium podagraria)
• Kweek of Kweekgras (Elytrigia repens, syn. Elymus repens en Agropyron repens)
• Heermoes (Equisetum arvense)
• Zilverschoon (Potentilla anserina)
• Brandnetel (Urtica)
• Akkerdistel (Cirsium arvense)
• Ridderzuring (Rumex obtusifolius)
• Haagwinde (Convolvulus sepium)
• Adelaarsvaren (Pteridium aquilinium)
• Paardebloem (Taraxacum officinale)
• Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
• Kruipende boterbloem (Ranunculus repens)
• Paardestaart (Equisetum arvense)

Bekende zaadonkruiden zijn
• Vogelmuur (Stellaria media)
• Melganzenvoet (Chenopodium album)
• Straatgras (Poa annua)
• Spiesmelde (Atriplex prostrata, syn. Atriplex hastata)
• Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
• Harig knopkruid (Galinsoga quadriradiata)
• Gewone melkdistel ((Sonchus oleraceus)
• Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis)
• Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
• Kruiskruid (Senecio vulgaris)
• Tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus)

Gazon onderhoud

Verticuteren

Verticuteren wordt zeer vaak verticuleren genoemd wat een verkeerde benaming is. Verticuteren doe je het liefst ieder jaar ongeacht of er mos in het gazon zichtbaar is. Verticuteren heeft namelijk niet alleen het doel om het mos uit een gazon te verwijderen maar ook dode grassprieten en zorgt er voor dat het gazon niet verstikt. Tevens is het zo dat ondanks dat je misschien geen mos ziet er toch mos in het gazon aanwezig is. Door het verticuteren eens per jaar, vanaf medio maart tot mei uit te voeren, voorkom je een hoop problemen.

Verticuteerhark of verticuteermachine
Indien het om een klein gazon gaat die geverticuteerd moet worden kan je een verticuteerhark gebruiken. Verticuteerharken zijn er in twee varianten, namelijk met of zonder wielen. Ik persoonlijk vind het werken met een verticuteerhark zeer zwaar werk en zal in bijna alle gevallen voor een verticuteermachine op stroom of met een motor kiezen. Tuincentra en verhuurbedrijven hebben bijna altijd een verticuteermachine te huur.

Verticuteren_gazon_0001-1

Voordat je gaat verticuteren
Het is verstandig om voordat je gaat verticuteren het mos te lijf te gaan met ijzersulfaat. Doe dit enkele dagen voordat er geverticuteerd gaat worden. Let goed op met ijzersulfaat daar deze lelijke roestvlekken kan veroorzaken op kleding, bestrating, auto’s en zelfs ramen. Deze vlekken zijn niet te verwijderen. Omdat ijzersulfaat meestal als fijn poeder verkocht wordt, is er bij een beetje wind het risico op deze vervelende vlekken groot. Dit is te voorkomen door de ijzersulfaat op te lossen in water. Voeg een halve kilo ijzersulfaat toe aan 10 liter water en besproei hiermee het gazon. Je hebt ongeveer 1 kilo ijzersulfaat op 20M² nodig. Eén gieter met 10 liter water en een halve kilo ijzersulfaat is dus goed voor 10M². Na de behandeling met ijzersulfaat zal het mos de volgende dag al dood zijn en donkerbruin tot zwart kleuren.

Verticuteren met een machine
Nu het mos dood is kan je het gazon gaan verticuteren. Heel belangrijk is de juiste afstelling van de verticuteermachine. Laat je niet wijsmaken dat na het verticuteren het gazon volledig zwart is. Dit is de oorzaak van onvoldoende kennis en een verkeerd afgestelde machine. Een verticuteermachine bestaat uit een stang waaraan een soort van lepeltjes bevestigd zijn. Het is de bedoeling dat deze ‘lepeltjes’ het gazon kammen. De lepeltjes moeten de grond net niet raken. Op deze manier ‘kam’ je al het mos en dode grasresten uit het gazon. Nu dien je voordat je voor een tweede maal gaat verticuteren het gazon af te harken. Meestal komt er heel wat afval naar boven. Dit afval niet op de composthoop gooien maar afvoeren daar dit afval zeer moeilijk verteerd en ijzersulfaat niet goed is in de composthoop. Na het afharken een tweede maal verticuteren. De looprichting dient nu haaks op de looprichting van de eerste maal te zijn. Vervolgens het gazon wederom afharken en maaien.

Verticuteren_gazon_0002-1

Na het verticuteren
Na het verticuteren dient het gazon doorgezaaid te worden. Het verticuteren heeft voor de nodige lege plekken in het gazon gezorgd die, indien deze niet direct worden ingezaaid, een ideale plaats zijn voor onkruiden of mos. Doorzaaien doe je op dezelfde wijze als inzaaien maar dan met ongeveer 2 kilo graszaad per 100M². Ook is het nu de meest geschikte tijd om het gazon te bemesten. Welke meststoffen en hoeveel je het beste kan gebruiken, kan ik (niemand!) je niet adviseren. Dit is enkel en alleen te bepalen aan de hand van een gedegen bodemonderzoek. Ditzelfde geldt voor het geven van kalk. Wist je dat teveel kalk net zo slecht is als te weinig kalk? Teveel kalk zorgt bijvoorbeeld voor een blokkering van de voedselopname. Laat je dus niet gek maken door de commercie die het uitschreeuwen kalk en meststoffen te kopen maar investeer in een gedegen bodemanalyse die veel geld en teleurstellingen kan besparen.

Tuinonderhoud tuinplanten

Vaste planten scheuren/delen

Om te beginnen is het zaak de vaste plant te kunnen onderscheiden van andere planten alvorens met het scheuren/delen te beginnen. Een vaste plant onderscheid zich van andere planten doordat ze in de winter bovengronds zullen afsterven. Onder de grond blijft de vaste plant gedurende winter in rust om vervolgens in het voorjaar met meerdere groeipunten weer tevoorschijn te komen.

Waarom vaste planten scheuren/delen
De meeste vaste planten groeien vanuit het midden van de plant in de loop der jaren steeds meer naar de buitenranden. Het midden van de vaste plant zal langzaam maar zeker uitgeput raken. Als je maar lang genoeg wacht met scheuren/delen zal je zien dat de vaste planten in het midden geen groei meer vertonen en de plant steeds verder afdwaalt van de plek waar hij oorspronkelijk geplant is.

Als je last hebt van wortelonkruiden en deze zich met hun wortelstokken in de kluit van de vaste planten hebben genesteld is het uitspitten en scheuren/delen een ideale manier om voor lange tijd van deze hinderlijke onkruiden af te komen. Tijdens het scheuren kan je alle wortelstokken van de wortelonkruiden verwijderen. Vergeet niet om, voordat je de vaste planten weer terugplant, de border uit te puinen.

Vaste planten kan je ook scheuren/delen puur en alleen om te vermeerderen. Normaal gesproken zal je, afhankelijk van de grote en soort vaste plant, van slechts één vaste plant tussen de 5 en 25 nieuwe planten kunnen maken.

Wanneer vaste planten scheuren/delen
Over het algemeen kan je stellen dat je vaste planten om de 6 jaar dient te scheuren/delen. Na 6 jaar is de grond in de border ook aan verversing toe. Als je nieuwe grond in de border wilt is het daarom handig om deze klus te combineren met het scheuren/delen van vaste planten. Wat de beste tijd is om te scheuren/delen daar zijn de meningen nogal verdeeld over. De één zweert bij het voorjaar (maart/april) en de ander weer bij het najaar (september/oktober). Eigenlijk kan niemand zeggen of het voorjaar of najaar beter of slechter is. Het is namelijk sterk afhankelijk van wat het weer doet. Het ene jaar zal het voorjaar dus beter zijn dan het najaar en andersom. Je moet een beetje geluk hebben. Persoonlijk scheur/deel ik het liefst de vaste planten in september. Dit heeft 2 voordelen:

De vaste planten zijn nog niet geheel bovengronds afgestorven wat het voordeel heeft dat je kan zien wat je doet. Als je om welke reden ook besluit om de vaste planten in het voorjaar te scheuren/delen maak dan in de zomer een foto van de border zodat je bij het scheuren/delen je geheugen weer kan opfrissen.

Vaste_planten_scheuren_delen_0004-1

Als je vaste planten in de nazomer scheurt zullen ze nog voor de winter voldoende wortels aanmaken. In het voorjaar kan de vaste plant zich dan concentreren op het maken van blad en bloemen. Als je toch in het voorjaar de vaste planten gaat scheuren zal de plant dus direct na het scheuren blad en bloemknoppen willen aanmaken. Dit kost de plant zoveel energie dat het herstel van de wortels langer op zich zal laten wachten. Je zult begrijpen dat als je nu een warme periode krijgt het voor de vaste plant erg moeilijk wordt te overleven. Indien je in het voorjaar gaat scheuren knip dan in ieder geval de bloemknoppen uit de plant zodat de plant zich bezig kan houden met de aanmaak van wortels.

Vaste_planten_scheuren_delen_0005-1

Hoe ga je te werk
1. Spit de gehele vaste plant uit de border. Als het om een groep van vaste planten van dezelfde soort gaat spit je deze allemaal uit de border. Het beste is om per soort vaste planten te werk te gaan zodat je niet in de war kan raken en volgend jaar geconfronteerd wordt met een “vreemde eend in de bijt”?.

2. Bekijk eerst goed waar de plant de krachtigste scheuten heeft. In verreweg de meeste gevallen zullen deze zich aan de buitenranden van de pol bevinden. Steek met een schop deze delen van de plant af. Gooi het hart van de vaste plant direct op de composthoop. Als grap wordt er aan leerling hoveniers altijd gezegd deze aan hun schoonmoeder te geven.
 
3. De overgebleven stukken kan je meestal met de hand uit elkaar scheuren. Lukt dit niet maak dan gebruik van een stevig mes. Maak planten van ongeveer gelijke grote en controleer steeds of de nieuwe plant beschikt over voldoende groeipunten.

4. Spit de border goed om en voeg nieuwe humusrijke aarde toe. Bemesten met gedroogde koemest of oude, verteerde stalmest kan je het beste achterwege laten. De planten zullen door deze makkelijk op te nemen voedingsstoffen op het laatst van het jaar te sappige scheuten vormen waardoor de kans op bevriezing toe zal nemen.

Tuinonderhoud tuinplanten

Verplanten van Heesters, coniferen en bomen

Heesters, coniferen en bomen laten zich door de regel prima verplanten mits er ruim van te voren voldoende aandacht aan besteed wordt. Het gaat meestal mis als men van de ene op de andere dag besluit deze klus te klaren en de schop ter hand neemt. Wat vast staat is dat de beste periode de periode is wanneer de boom, heester of conifeer in rust is. Bij heesters en bomen is dit gemakkelijk te constateren daar die het blad laten vallen. Coniferen blijven groen dus is extra oppassen gewenst. Als stelregel kan je nemen dat je coniferen alleen verplant als bomen en heesters hun blad hebben laten vallen en de temperaturen laag zijn. Meestal zal dit rond half november zijn.

Wanneer kan je problemen verwachten?
Verplanten lukt het beste als de te verplanten plant een mooie kluit heeft. Of de heester, conifeer of boom een mooie kluit heeft kunnen we van te voren niet zien maar je kan het wel voorspellen. Planten die in de loop der jaren goed verzorgd zijn zullen over het algemeen makkelijker te verplanten zijn. Doordat de plant geen tekort aan water en voedingstoffen heeft gehad zijn de wortels niet op zoek gegaan naar deze belangrijke elementen en zal de plant een stuk minder diep geworteld zijn dan planten die het moeilijk gehad hebben. Ook de wind speelt een grote rol bij de ontwikkeling van de wortels. Vooral bij de wat hogere planten zie je dat deze een sterk ontwikkeld wortelgestel hebben op de plaats waar de wind vandaan komt wat het verplanten niet vergemakkelijkt.

Rondsteken van heesters, coniferen en bomen
Om de kans van slagen op succesvol verplanten aanzienlijk te laten stijgen is rondsteken gewenst. Bij heesters en kleine tot middelgrote coniferen is dit niets meer dan met een scherpe schop zo diep mogelijk rondom de stam van de plant te steken. Doe dit, als je de plant in het najaar wilt verplanten, de eerste helft half november en de tweede helft half januari tot half februari. Als norm hoe ver je van de stam moet rondsteken hou je minimaal de helft van de breedte van de kroonomvang van de plant aan. Bij het verplanten van bomen volstaat het rondsteken met een schop niet meer. Je dient dan een geul te graven om de stam van de boom heen. Ga verder hetzelfde ter werk als bij het rondsteken maar gooi de geul weer dicht met een mengsel van de uitgegraven aarde en nieuwe humusrijke aarde. Dit zal de aanmaak van de belangrijke haarwortels ten goede komen. De diepte van het wortelgestel van een boom kan je meten door de stamomtrek x 5. In het voorbeeld filmpje meet de stamomtrek 30cm wat dus inhoud dat de diepte van de kluit ongeveer 150cm is.

Snoeien
Het is verstandig om direct na het rondsteken de te verplanten boom, conifeer of heester te snoeien. Doordat je door het rondsteken de wortels beschadigd en/of gedeeltelijk verwijderd hebt kan de plant minder water opnemen waardoor een grotere kans op verdroging ontstaat. Door de plant nu te snoeien verklein je het verdampingsoppervlak zodat de juiste verhouding weer hersteld is. Snoeien doe je echter alleen als de te verplanten plant dit toelaat en in geen geval de habitus aantast.

Het nieuwe plantgat
Graaf op de nieuwe plaats van de plant een gat die tweemaal breder is dan de breedte van de kluit en een half keer dieper. Spit de bodem van het plantgat één steek om. Vul het plantgat aan met een mengsel van nieuwe humusrijke grond en de grond waar de te verplanten plant aan gewent is en zorg dat de aarde goed vochtig is.

Het verhuizen van de heester, conifeer of boom
Na het uitgraven van de conifeer, heester of boom is het verstandig de kluit in te pakken met gaaslinnen of jutten om het uit elkaar vallen van de kluit tijdens transport zo veel mogelijk te beperken. Gaaslinnen of jutten kan je kopen bij de plaatselijk boomkweker. Bij zware planten kan je ervoor kiezen de plant op een stuk zeil te zetten en op deze manier naar het nieuwe plantgat te trekken of , als u toch een stuk gaaslinnen of jutten bij de boomkweker haalt, een bomenkruiwagen te huren. Indien verplaatsen met een bomenkruiwagen zelfs niet lukt zit er niets anders op om een kraan te huren om deze klus te klaren. Zorg er in ieder geval voor dat u goed voorbereid bent zodat de te verplanten plant zo snel mogelijk in het nieuwe plantgat staat.

Het planten
Als de boom, conifeer of heester in het nieuwe plantgat staat controleer dan of deze op dezelfde diepte staat als in de oude situatie. Meestal kan je dit makkelijk herkennen aan het kleurverschil op de stam. Vul het plantgat goed aan met een mengsel van nieuwe humusrijk grond en grond uit het oude plantgat. Doe dit in 4 stappen. Je vult eerst het plantgat met een kwart en drukt de aarde goed aan vervolgens weer een kwart totdat de plant volledig aangevuld is. Op deze manier zal de plant mooi stevig staan.

Het is misschien vreemd maar houd er rekening mee dat wanneer u een boom verplant het wellicht nodig is om een kapvergunning bij de gemeente aan te vragen. Een kapvergunning heb je nodig als de omtrek van de stam, op 130cm hoogte gemeten, meer bedraagt dan 10cm. Ook als de boom in dezelfde tuin herplant wordt is een kapvergunning noodzakelijk. Echter in de meeste gevallen zal de gemeente hier soepel mee omgaan en al snel het groene licht voor de klus geven.

Tuinonderhoud tuinplanten

Afleggen (Vegetatief vermeerderen)

Planten vermeerderen kan heel makkelijk middels afleggen. Afleggen is één van de makkelijkste methoden om een plant te vermeerderen. Ook de slagingskans van afleggen is zeer groot en er is behalve een schop en een snoeischaar of mes geen specialistisch gereedschap voor nodig. Mensen met weinig kennis van planten en het vermeerderen daarvan raad ik aan te beginnen met deze leuke methode van vermeerderen. Ook voor kinderen is dit een leuke manier ze meer te betrekken bij de natuur.

Heesters afleggen
Een zeer groot aantal heesters kan je vermeerderen middels afleggen. Een goede tijd om heesters af te leggen zijn maart/april of augustus/september. Voor het afleggen gaan we op zoek naar een jonge krachtige scheut of tak die aan de buitenzijde van de heester groeit. Indien er in uw tuin geen heesters staan die over dit soort scheuten beschikken betekend dit niet dat u niet kan afleggen. Je kan de heester stimuleren om nieuwe jonge scheuten te zetten door de heester in te snoeien. Snoei dan een aantal takken aan de buitenzijde van de heester zo laag mogelijk weg zodat iets onder de snoeiwond een nieuwe scheut zal ontstaan. Volgend jaar kan u deze scheut gaan afleggen.

De jonge krachtige scheut dient ten minste drie bladeren en/of ogen te bezitten. De jonge krachtige scheut buig je voorzichtig naar beneden tot deze de grond raakt. Op de plaats waar de scheut de grond raakt beschadig je de bast met een scherp mes. Tevens snij je een kleine inkeping in de tak. Indien de inkeping niet vanzelf open blijft staan kan je een stukje van een luciferhoutje in de inkeping drukken. Buig nu de tak weer naar beneden en controleer of de plaats waar je zojuist de inkeping hebt gemaakt daadwerkelijk de grond raakt. Zet de tak goed vast met behulp van ijzerdraad in een U vorm gebogen en bedek de tak met een goede potgrond. Zorg ervoor dat de drie bladeren en/of knopen niet ingegraven zijn. Houd de komende periode de potgrond goed vochtig zodat de tak makkelijk wortel kan schieten. Om de wortelgroei extra te stimuleren kan je de top van de scheut, waar de drie bladeren en/of knoppen aan zitten, naar boven buigen en vastzetten met bijvoorbeeld een bamboe stokje. Nu is het afhankelijk van de soort heester en de oudheid van de tak die afgelegd is voordat deze wortel zal schieten. Door het takje voorzichtig te bewegen kan je erachter komen of deze al wortels heeft gemaakt. Pas als je zeker weet dat de afgelegde tak voldoende wortels heeft om te kunnen overleven knip je de tak los van de moederplant maar wacht hier ten minste 6 maanden mee. Na het afknippen laat je de afgelegde tak nog op dezelfde plaats staan zodat deze goed kan wennen aan de nieuwe situatie. Pas als de nieuwe plant het goed doet kan je hem voorzichtig verplanten.

Afleggen_vaste_plant_vegetief_vermeerderen_0001-1

Klimplanten afleggen
Ook klim of lijplanten kan je eenvoudig vermeerderen middels afleggen. Als basis hanteer je dezelfde werkwijze als heesters afleggen. Over het algemeen hebben klim en lijplanten zeer lange takken die je op meerdere punten tegelijk kan afleggen.

Heesters die geschikt zijn voor afleggen zijn o.a.

  • Aesculus parviflora (Herfstpaardekastanje)
  • Pieris Floribunda (Andromeda)
  • Arctostaphylos (Beredruif)
  • Aucuba (Broodboom)
  • Berberis (Zuurbes)
  • Buddleja (Vlinderstruik)
  • Calycanthus (Meloenboompje)
  • Chaenomeles (Dwergkwee)
  • Cornus (Kornoelje)
  • Corylopsis (Schijnhazelaar)
  • Cotinus (Pruikenboom)
  • Cotoneaster (Dwergmispel)
  • Elaeagnus (Olijfwilg)
  • Euonymus (Kardinaalshoed)
  • Hypericum (Hertshooi)
  • Kalmia (Lepelboom)
  • Kerria (Ranonkelstruik)
  • Kolkwitzia (Koninginnestruik)
  • Ligustrum (Liguster)
  • Magnolia (Beverboom)
  • Mahonia (Mahoniestruik)
  • Nothofagus
  • Potentilla (Ganzerik)
  • Prunus laurocerasus (Laurierstruik)
  • Pyracantha (Vuurdoorn)
  • Rhododendron
  • Rubus (Braam)
  • Salix (wilg)
  • Symphoricarpos (Sneeuwbes)
  • Vaccinium (Bosbes)
  • Viburnum (Sneeuwbal)
  • Weigelia

Vaste planten en half heesters die geschikt zijn voor afleggen zijn o.a.

  • Vinca (Maagdenpalm)
  • Pachysandra (Pachysandra)
  • Euonimus (Kardinaalshoed)
  • Lavandula (Lavendel)

Heide soorten die geschikt zijn voor afleggen zijn o.a.

  • Calluna (Struikheide)
  • Empetrum (Kraaiheide)
  • Erica (Dopheide)

Klimplanten geschikt die geschikt zijn voor afleggen zijn o.a.

  • Clematis (Clematis)
  • Hydrangea (Klimhortensia)
  • Hedera (Klimop)
  • Actinidia (Straalstempel)
  • Ampelopsis
  • Campsis (Trompetklimmer)
  • Celastrus (Boomwurger)
  • Fallopia (Duizendknoop)
  • Jasminum (Winterjasmijn)
  • Lonicera (Kamperfoelie)
  • Parthenocissus (Wilde wingerd)
  • Passiflora (Passiebloem)
  • Vitis (Druif)
  • Wisteria (Blauwe regen)
Tuinonderhoud tuinplanten

Druif stekken

Na het snoeien van de druif ben je direct de gelukkige eigenaar van een hoop snoeiafval. Je kan dit natuurlijk in de vuilcontainer of op de composthoop gooien maar je kan er ook makkelijk nieuwe druivenplanten van maken door het snoeiafval van de druif te gaan stekken. Zeker gezien dat de juiste stektijd samenvalt met de snoeiperiode die vanaf half december tot en met eind februari loopt.

  • Neem voor een goede stek een gezonde eenjarige potlooddikke scheut die verhout is en over één gezonde knop beschikt. Knip met een scherpe snoeischaar de stek één cm boven de knop recht af en knip de stek op ongeveer 7 cm onder de knop schuin af. Op deze manier heb je een stek van ongeveer 8 tot 10 cm lengte.
  • Direct nadat je de stek boven de knop recht hebt afgeknipt dompel je dit gedeelte even in de entwas om uitdroging en ziektes voor te zijn. Aan de onderkant van de stek beschadig je de bast heel licht door er met je nagel overheen te gaan.
  • Steek de stek in een stekbak of bloempot gevuld met goed aangedrukte stekgrond en zorg ervoor dat de knop ongeveer één cm boven de grond uitsteekt. Stekgrond maak je door 3 delen potgrond goed te mengen met één deel metselzand.
  • De bloempot of stekbak kan je gewoon op de vensterbank neerzetten maar zorg ervoor dat de aarde ongeveer 20°C is. Tevens dient u ervoor te zorgen dat er geen te felle zon op de stekken schijnt daar de kans op verbranding dan aanwezig is.
  • Je dient te zorgen dat de aarde goed vochtig blijft. Om dit te vergemakkelijken kan je ervoor kiezen om de bloempot af te dekken met een transparant plastic zakje of snij de onderkant van een kunststof fles van frisdrank af. Indien je besluit dit met een transparant plastic zakje te doen prik dan 4 saté prikkers in de bloempot en zorg dat het zakje daar op rust. Indien je liever gebruik maakt van een halve frisdrankfles dien je wel een aantal gaten in de fles te maken alvorens je deze op zijn kop over de stek plaatst.
  • Houdt goed in de gaten of de grond mooi vochtig blijft en of er geen delen zijn die gaan schimmelen. Zeker indien u de stekken hebt afgedekt kan dit problemen opleveren. Verwijder aangetaste delen met schimmel direct om uitbreiding te voorkomen.
  • Als de knop van de stek gaat uitlopen wil dit nog niet zeggen dat de stek reeds wortels heeft aangemaakt. De knop teert immers nog op de voeding die in de stek zelf aanwezig is. Wortelgroei zal pas na enkele weken optreden
  • Pas als de knop reeds veranderd is in lange scheuten kan je voorzichtig voelen of de stek wortel heeft gezet door er zachtjes tegenaan te duwen. Nu kan je, indien je daar gebruik van hebt gemaakt, het plastic zakje of halve fles verwijderen en langzaam beginnen de stekken af te harden alvorens ze in de tuin te zetten. Begin om op een rustige niet te koude voorjaarsdag de plantjes overdag een paar uurtjes buiten te zetten. Let nog wel goed op te felle zon.
  • Na 1 juni kan je de nieuwe al goed gewortelde druiven op een warme plaats in de tuin gaan planten. Je zult zien dat de verzorging van de stekken niet voor niets is geweest daar de druif al snel goed zal groeien en vruchten zal gaan dragen.