De Tricyrtis wordt in Nederland Paddelelie of Armelui’s orchidee genoemd. Als het aan mij ligt zou ik de Nederlandse naam van deze plant direct veranderen in een naam die wel bij deze plant past. Ik heb namelijk een bijzondere liefde voor deze geweldige tuinplant. Indien je de Tricyrtis op een vochtige plaats in de halfschaduw zet zal je getrakteerd worden op schitterende orchidee-achtige bloemen. Een plaats in de zon kan de Tricyrtis alleen waarderen wanneer de bodem nat genoeg is. Welke standplaats je de Tricyrtis ook geeft zorg voor een plaats waar iedereen kan genieten van deze bijzondere tuinplant. Tricyrtis groeit uit tot een plant van ongeveer 80cm hoog. Aan de lange stengels groeien langwerpige bladen die zeer diep generfd zijn wat alleen al een fraai gezicht is. De lange groene stengels vertakken zich aan de bovenkant waar ook de bloemen zullen bloeien.
Vermeerderen
Alle Tricyrtis soorten laten zich goed vermeerderen middels scheuren/delen.
Tricyrtis formosana: Eén van de meest bekende bloeit vanaf augustus tot en met oktober met lila kleurige bloemen die voorzien zijn van donker paarse spikkels. De spikkels op de bloembladen zijn een kenmerk van de bloemen van de Tricyrtis. Het schijnt zo te zijn dat door de spikkels op de bloembladen de gelijkenis met een paddenlijf is gelegd en zo de naam paddelelie is ontstaan.
Tricyrtis formosana ‘Purple Beauty’: Werkelijk schitterende variëteit waar de spikkels nog groter zijn dan bovengenoemde.
Tricyrtis hirta: Deze zacht behaarde plant bloeit later dan de andere soorten en vormt mooie compacte pollen met zeer stevige stengels en is daardoor een zeer goede snijbloem.
Tricyrtis hirta ‘Variegata’: Als bovengenoemde maar om het nog exclusiever te maken met een gouden randje!
Tricyrtis latifolia: Een plant die de belofte nakomt! Mijn persoonlijke favoriet. Deze Tricyrtis heeft zeer donkergroene bladen waardoor de gele bloemen met rode stippen erg goed uitkomen. Het fraaie is dat de plant twee maanden voor de bloei al wordt opgesierd met purperrode knoppen.
Combineren met
- Rodgersia
- Epimedium
- Cimicifuga