Snoeien

Snoeikalender maart / april

Snoeikalender_0002-1

Vaste planten snoeien

Maart en april zijn, als het niet vriest, de snoeimaanden voor zeer veel planten. Om te beginnen is dit het moment om vaste planten af te knippen. Alle vaste planten die bovengronds zijn afgestorven kunnen tot op de grond afgeknipt worden. Let wel op eventuele jonge uitlopers die de vaste planten nu al gevormd kunnen hebben. Voor een duidelijke uitleg hoe je het beste vaste planten kan afknippen bekijk je het filmpje vaste planten afknippen. Niet alleen de vaste planten zijn nu aan de beurt ook de siergrassen kunnen nu afgeknipt worden.

Heesters snoeien

Alsof we het in maart en april nog niet druk genoeg hebben zijn nu ook de zomerbloeiende heesters aan de beurt. Een goede stelregel is dat in maart alle sierheesters die hun hoofdbloei na 1 juli hebben gesnoeid dienen te worden. Dit zijn dus heesters die op eenjarig hout bloeien. Door deze heesters in het vroege voorjaar te snoeien zal de plant hierop reageren door nieuwe scheuten aan te maken en dus rijker bloeien.

Rozen snoeien

In maart zijn ook de rozen toe aan een snoeibeurt. Omdat vele moeite hebben met het snoeien van rozen zal ik hier wat dieper op in gaan. Straks in maart zal ik tevens ter verduidelijking van deze tekst een filmpje opnemen over het snoeien van rozen. Middels de nieuwsbrief kan zal ik je op de hoogte houden wanneer het filmpje online staat. Omdat je rozen niet allemaal op dezelfde wijze snoeit zal ik ze apart behandelen.

Theehybriden (grootbloemige rozen) en trosrozen
Deze groep rozen zijn zomerbloeiend wat inhoud dat ze bloeien op de jonge scheuten die in het voorjaar gevormd worden. Begin met het wegsnoeien van alle dunne en dode takken. Zorg ervoor dat je ongeveer 3 tot 5 twijgen die vorig jaar gevormd zijn overblijven. Deze twijgen snoei je vervolgens terug tot op 3 tot 5 ogen (knoppen). Voor wie dit niet begrijpen volg je de twijg vanaf de grond en snoeit deze twijg boven het 3de tot maximaal het 5de oog af. De reden dat er een marge in zit heeft te maken met de stand van het oog waarboven je snoeit. Snoei altijd boven een oog die naar buiten gericht is. Als je het goed gedaan hebt zijn de twijgen nu niet langer dan ongeveer 10cm.

Doorbloeiende oude variëteiten
Deze rozen snoei je ongeveer op dezelfde wijze als de Theehybriden. Het verschil is dat je in plaats van 3 tot 5 twijgen ongeveer 5 tot 7 twijgen laat staan. Meestal zullen de ogen van deze rozen verder uit elkaar staan waardoor de twijgen in plaats van maximaal 10 cm maximaal 20cm zullen zijn na het snoeien.

Miniatuurrozen
Voor deze kleine rozen gelden dezelfde snoeiregels als voor de Theehybriden maar de praktijk leert dat, door de vele kleine takjes, het bijna niet te doen is om takken te selecteren op dikte en al helemaal niet het aantal ogen. In de praktijk wordt deze groep rozen op ongeveer 5cm boven de grond in zijn geheel afgeknipt.

Botanische, wilde en struikrozen
Deze groep rozen wordt nauwelijks gesnoeid. De beste manier om deze rozen in topconditie te houden is door eens in de drie jaar een verjongingsnoei toe te passen. Snoei dan een aantal van de dikste, zwakste of beschadigde takken zo diep als mogelijk terug. Tevens laat je bij deze groep rozen de uitgebloeide rozen zitten. Op deze plaatsen zullen in het najaar rozenbottels gevormd worden die een lust voor het oog zijn. Tevens zullen vele vogels je hiervoor dankbaar zijn.

Onderstaand enkele planten die in maart/april gesnoeid dienen te worden. Klik op de plant van je keuze voor een uitleg hoe de plant gesnoeid moet worden. Soms zal dit middels een video film uitgelegd worden.

  • Abelia (Glossy-Abelia)
  • Azara microphylla
  • Buddleja davidii (Vlinderstruik)
  • Buxus sempervirens (Randpalm)
  • Caryopteris clandonensis (Baardbloem)
  • Catalpa (Tropetboom)
  • Chimonanthus praecox (Winterbloem)
  • Clematis (Alleen Montana soorten)
  • Cornus alba (Kornoelje)
  • Cornus Mas (Gele kornoelje)
  • Cornus stolonifera (Kornoelje)
  • Daboecia cantabrica (Ierse-heide)
  • Diervilla (Diervilla)
  • Erica carnea (Winterheide)
  • Euonymus europaeus (Kardinaalshoed)
  • Euonymus japonicus (Japanse kardinaalsmuts)
  • Fargesia (bamboe)
  • Fothergilla (Fothergilla)
  • Garrya elliptica (Garrya)
  • Gaultheria procumbens (Bergthee)
  • Hydrangea arborescens ‘Annabelle’ (Amerikaanse hortensia)
  • Hydrangea aspera (Fluweelhortensia)
  • Hydrangea macrophylla (Tuinhortensia)
  • Hydrangea paniculata (Pluimhortensia)
  • Hydrangea serrata (Berghortensia)
  • Hypericum (Hertshooi)
  • Indigofera (Indigostruik)
  • Jasminum nudiflorum (Winterjasmijn)
  • Nandina Domestica (Hemelse Bamboe)
  • Phyllostachys (bamboe)
  • Physocarpus opulifolius (Blaasspirea)
  • Pieris Floribunda (Andromeda)
  • Prunus subhirtella Autumnalis (Sierkers)
  • Sasa (Bamboe)
  • Tamarix (Tamarisk)
  • Viburnum bodnantense down (Viburnum)
Snoeien

Snoeikalender juli / augustus

In de zomer hoeft er niet zo veel gesnoeid te worden in de tuin. Genieten van het eventuele mooie weer staat nu voorop. Natuurlijk hoef je je niet te vervelen maar de werkzaamheden die nu in de tuin moeten gebeuren zijn over het algemeen niet de meest ingrijpende.

Heesters snoeien
Als je je aan onze snoeikalender gehouden hebt zijn inmiddels alle heesters nu gesnoeid. Indien dit nog niet gebeurt is kan je nog snoeien tot ongeveer half augustus. Doe dit zeker niet later daar de heesters na de snoeibeurt nog wat uit zullen lopen en deze jonge uitlopers geen tijd meer hebben om voldoende af te harden voor de winter.

Opletten met snoeien
Als je in deze periode van het jaar gaat snoeien dien je zeker rekening te houden met eventuele bijen en wespennesten. Ik heb dit persoonlijk al twee keer meegemaakt en ik kan zeggen dat ik geluk had dat ik niet op een hoge trap stond op het moment dat deze ijverige diertjes zich tegen mij keerde. Ook is het verstandig om goed te kijken of er geen vogelnesten in de te snoeien planten zitten. Wacht dan liever tot de jonge vogeltjes uitgevlogen zijn.
 
Uitgebloeide bloemen uitknippen
Een heerlijk werkje is het om de uitgebloeide bloemen uit de rozen te knippen. Doe dit echter niet met Botanische rozen daar deze anders geen rozenbottels zullen vormen in het najaar. Ook de uitgebloeide bloemen van bijvoorbeeld Dahlia’s en zomergoed zorgen voor een rijkere bloei bij deze planten. In deze periode dien je ook de nodige verzorging aan de druif te geven.
 
Enkele voorbeelden

  • Lavandula (Lavendel)
  • Buxus sempervirens (Buxus)
  • Steenvruchten (Pruim, sierkers)
  • Wisteria (Blauwe regen)
  • Ligustrum (Liguster)
  • Euonymus alatus (Kardinaalshoed)
  • Leiappel en peer
Snoeien

Snoeikalender mei / juni

Heesters snoeien
Waren het in maart/april nog de zomerbloeiende heester die gesnoeid moesten worden zijn het nu de voorjaarsbloeiende heesters die nodig aan een snoeibeurt toe zijn. Als stelregel kan je nemen dat dit alle sierheesters zijn die hun hoofdbloei voor 1 juli hebben en op meerjarige takken bloeien.

Enkele voorbeelden

  • Forsythia (Chinees klokje)
  • Deutzia (Bruidsbloem)
  • Kerria japonica (Ranonkelstruik)
  • Kolkwitzia amabilis (Koninginnestruik)
  • Philadelphus (Boerenjasmijn)
  • Rosmarinus officinalis (Rozemarijn)
  • Weigelia (Weigelia)

Heesters met bessen
De meeste besdragende heesters zullen in het vroege voorjaar bloeien. Na de bloei kan je een verjongingssnoei op deze heesters toepassen. Je snoeit dan een aantal van de dikste, oudste of zwakke takken tot aan de basis uit de struik. Let er op dat de twijgen die gebloeit hebben blijven zitten daar op deze twijgen de bessen gevormd zullen worden.

Enkele voorbeelden

  • Viburnum Tinus Gwenllian (Sneeuwbal)
  • Viburnum plicatum
  • Cotoneaster (Dwergmispel)
  • Chaenomeles (Dwergkwee)

Uitgebloeide bloemen verwijderen
Ook kan je in deze periode de uitgebloeide bloemen verwijderen van o.a. zuurminnende planten zoals de Rhododendron, Azalea, Pieris en Camelia. De beste manier is om deze bloemen tussen duim en wijsvinger vast te pakken en met een soepele beweging van de heester af te draaien.

Heggen knippen
Haal de heggenschaar maar vast tevoorschijn! Verreweg de meeste heggen snoei je vlak na de langste dag (21juni). Op deze manier hoef je de meeste heggen slechts 1 keer per jaar te knippen wat voor de meeste mensen reden is deze klus na de langste dag te doen. Persoonlijk knip ik heggen het liefst twee keer per jaar daar ik van mening ben dat je een heg dan strakker en vooral dichter wordt. Kijk voor een overzicht bij heggen en hagen waar omschreven staat hoe vaak per jaar je een heg moet snoeien. Let wel op met te fel zonlicht als je een heg wilt gaan snoeien. Door te fel zonlicht kunnen de heggen verbranden waardoor de toppen bruin zullen worden. Het beste is dus om deze klus op een bewolkte koele dag te doen. Voor het knippen op de juiste manier bekijk je het filmpje vormsnoei.

Snoeien

Snoeikalender januari / februari

Naast de uitgebreide tuinkalender Hebben we nu ook een snoeikalender. De snoeikalender laat je van maand tot maand zien welke beplanting je op dat moment kan snoeien en hoe de planten het beste gesnoeid moeten worden. De meeste planten die in de snoeikalender zijn opgenomen zijn ook opgenomen in onze uitgebreide plantendatabase. Met één muisklik kom je werkelijk alles te weten over de plant van je keuze.

Snoeikalender_0001-1

Snoeikalender januari/februari
In januari en februari zijn er nog genoeg planten die je kan snoeien. Toch is het in deze maanden oppassen. Indien het vriest mag je nooit snoeien! Deze maanden zijn bij uitstek geschikt om bladverliezende heesters en bomen te snoeien.

Leilinde (Tillia) mag je in deze maanden terugsnoeien tot op de gesteltakken. Nu je toch bezig bent met het snoeien van de leilinde kan je ze indien nodig direct opnieuw opbinden. Doe dit altijd met bindbuis.

Fruitbomen kunnen ook in deze periode gesnoeid worden. Fruitbomen snoei je met als doel meer licht in de kroon te krijgen en een rijkere bloei waardoor er meer vruchtzetting plaats zal vinden. Pas een verjongingssnoei toe.

Druiven of zoals de Vlamingen zeggen Druivelaars kunnen nu ook gesnoeid worden. Kijk hier voor een uitgebreide uitleg druiven snoeien.

Knotwilgen kunnen in deze periode nog geknot worden. Let op dat je dit niet later doet dan half februari.

Snoei nu alle verticale takken van de dakplataan terug tot op de horizontale takken.

Eenjarige twijgen die aan de gesteltakken van de Wisteria (Blauwe regen) groeien dien je terug te snoeien tot ongeveer 2 ogen (knoppen).

Snoei van winterbloeiende planten zoals de Helleborus het lelijke blad weg zodat bloemen nog beter zichtbaar zijn.
 
Indien er al een vorstperiode geweest is kan je takken van de Forsythia afknippen om binnen in een vaas te zetten. Dit is o.a. ook mogelijk met de Hamamelis waar ik persoonlijk geen voorstander van ben daar deze heester eigenlijk helemaal niet gesnoeid moet worden

Onkruidbestrijding

Zaadonkruiden bestrijden

Zaadonkruiden laten zich over het algemeen veel makkelijker verwijderen dan wortelonkruiden. Ook kan je preventief te werk gaan met antiworteldoek of bodembedekkers. Op welke manier je de zaadonkruiden ook te lijf gaat één ding staat vast. Zorg er in alle gevallen voor dat je de onkruiden bestreden hebt nog voordat ze zichzelf uitzaaien.

Zaadonkruiden wieden
Doordat zaadonkruiden er over het algemeen makkelijk uit te trekken zijn lijkt wieden ook de beste oplossing. Onkruid wieden kan, vooral als je dit met regelmaat doet, een zeer ontspannen werkje in de tuin zijn. Denk bij het wieden wel goed aan je rug. De beste manier is om op je knieën te gaan zitten om de rug te ontzien. Draag hierbij wel goede kniebeschermers. Ook voor het wieden in de border heb ik een aantal nuttige tips die ik in het filmpje onkruid wieden uitleg.

Zaadonkruiden schoffelen
Zaadonkruiden laten zich ook vrij makkelijk bestrijden door te schoffelen. Schoffelen doe je het liefst met droog en warm weer. Je hoeft dan het geschoffelde onkruid niet uit de border te harken. Door het droge weer zal het onkruid verdrogen. Indien het na het schoffelen gaat regenen loop je de kans dat het onkruid of een gedeelte daarvan weer wortel schiet. Schoffelen bij natte weersomstandigheden kan dus wel maar uitharken is dan voor een optimaal resultaat noodzakelijk. Schoffelen in de border vergt wel enige voorzichtigheid. Vaste planten en zelfs heesters die ondiep wortelen zullen schade kunnen oplopen door te schoffelen. Van schoffelen in de plantenborder ben ik dus geen voorstander. Wel is de schoffel een ideaal stuk gereedschap om het onkruid in de half verhardingen te bestrijden zoals een grindpad.

Zaadonkruiden tussen het straatwerk
Zaadonkruiden die tussen de voegen van (sier)bestrating groeien zullen lastiger weg te krijgen zijn zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Tijdens het wieden zal het regelmatig voorkomen dat de onkruiden zo vast zitten dat het er niet of nauwelijks uit te trekken is. Erger nog het loof breekt af en het wortelgestel blijft tussen de voegen zitten. Je kan er dan zeker van zijn dat binnen de kortste keren wederom het onkruid welig tiert tussen de bestrating.

Snoeien

Snoeien

Snoeien_0001-1

Snoeien is één van de meest besproken onderwerpen als het over tuinonderhoud gaat. Mijn vroegere werkgever zei altijd ‘als je goed kan snoeien ben je al voor de helft tuinman’. Als je daar eens goed over na gaat denken kom je al snel tot de conclusie dat hij daar gelijk in had. Goed snoeien kan je namelijk alleen maar als je van iedere plant die je snoeit exact weet wanneer, hoe en waarom je die bepaalde plant moet snoeien. De eerste stap is dus om de planten in uw tuin te leren kennen. Van een Hovenier wordt verwacht dat hij of zij de meest voorkomende planten kan herkennen wat een behoorlijke opgave is daar het assortiment planten zeer uitgebreid is. In uw eigen tuin zal u in de meeste gevallen al snel een ‘goede tuinman’ zijn doordat er slechts een beperkt aantal planten in zal staan.

Snoeien is onnatuurlijk
Niet zelden heb ik tijdens snoeiwerkzaamheden de vraag gekregen of snoeien niet iets tegennatuurlijks is. Als ik dan de voorbeelden noem van dieren die aan stengels en bladeren eten, door sneeuw, ijzel of wind takken uitbreken of door een blikseminslag een complete kruin uit een boom kan breken is de vraag al ontkennend beantwoord. Gelukkig bezitten planten het vermogen om opnieuw uit te groeien als er een stuk wordt verwijderd. De meeste planten bezitten lager gelegen slapende knoppen die na zo’n ingreep gestimuleerd worden uit te lopen.

Snoeien_0002-1
Snoeien_0003-1

Vormsnoei
Denk hier aan buxus haagjes, coniferen, heggen ,bonsai en groenblijvende heesters. De beste tijd voor vormsnoei is het najaar of vroege voorjaar. Meestal wordt vormsnoei met een heggenschaar uitgevoerd waar ik niet altijd achter sta. Vooral waar het loofsoorten betreft. Door gebruik te maken van een heggenschaar knip je de bladeren door de midden wat een lelijk resultaat geeft. Beter is het dan om gebruik te maken van een snoeischaar.

Verjongingssnoei
Snoei geeft groei én bloei dat is een regel die je al vroeg op de tuinbouwschool geleerd krijgt. Verjongingssnoei is toe te passen op alle heesters/struiken. Zorg er voor dat je de natuurlijke groeiwijze niet te veel beïnvloed. Snoei zoveel mogelijk oude takken weg en laat de jonge twijgen groeien. Let er op dat je een open heester krijgt waar zonlicht goed toe kan treden. Zoek uit of de struik die je wilt snoeien op één of meerjarig hout bloeit. Struiken die op één jarig hout bloeien kan je het beste direct na de bloei met een snoeischaar of takkenschaar terug snoeien. Jonge twijgen zullen zich dan snel ontwikkelen waardoor u het volgende jaar als dank een zeer rijk bloeiende struik zult overhouden. Struiken die op meerjarig hout bloeien dienen ook ieder jaar gesnoeid te worden. Je snoeit dan alleen de oudste takken helemaal weg om te verjongen. Naast het gebruik van een snoeischaar of takkenschaar zal bij meerjarige bloeiers ook een beugelzaag van pas
kunnen komen.

Snoeien_0004-1

Noodzakelijke snoei
Takken die in ongewenste richting groeien, zieke, dode of beschadigde takken en wortelopslag. Noodzakelijke snoei mag je op ieder moment uitvoeren. Pas alleen op voor bloedende bomen zoals een Berk (Betula), Esdoorn (Acer) en Haagbeuk (Carpinus betulus). In het voorjaar als de sapstroom op gang komt is het zelfs mogelijk dat deze doodbloeden. Beter is dan om te wachten tot november/december.

Snoeien

Snoei voor een tweede bloei

Er zijn verschillende vaste planten die je kan terugsnoeien om een tweede bloei te stimuleren. Als voorbeeld in het filmpje heb ik de Alchemilla mollis genomen. Deze Alchemilla snoei je vrijwel direct na de bloei met een heggenschaar volledig terug. Binnen een mum van tijd zal de Alchemilla nieuw blad aanmaken en in de nazomer kan je dan genieten van een tweede bloei. De tweede bloei is vaak minder spectaculair dan de eerste bloei maar het is zeker de moeite waard dit te proberen. Niet alleen het voordeel van een tweede bloei wordt hiermee behaald, maar het nieuwe frisse blad alleen al is de moeite waard. Zoals ik in het filmpje zei is deze methode niet alleen voor de Alchemilla geschikt maar zijn er diverse vaste planten die deze methode verdragen. Onderstaand een lijstje met deze vaste planten.

  • Alchemilla Mollis (Vrouwenmantel)
  • Nepeta (Kattekruid)
  • Geranium (Geranium)
  • Leucanthemum (Margriet)
  • Delphinium (Riddersporen)
  • Viola cornuta (Hoornviooltjes)
  • Lupinus (Lupine)
  • Achillea (Duizendblad)
  • Salvia (Salie)
  • Alyssum (Schildzaad)
  • Erigeron (Fijnstraal)
  • Trollius (Kogelbloem)
Snoeien

Druiven snoeien

Hoe je het beste een druif snoeit is afhankelijk van de leeftijd van de druif. De eerste 3 jaar snoei je een druif of druivelaar zoals onze Vlaamse buren de druif noemen op een andere manier. Maar niet alleen de leeftijd van de druif bepaald de snoeiwijze ook is er verschil tussen winter en zomersnoei. Onderstaand zal ik dit eens nader uitleggen.

Druif snoeien de eerste 3 jaar

Jaar 1
Hier ga ik uit van een druivenstek die je afgelopen winter gestekt hebt. Na het planten (na 1 juni) zal de druivenstek één of meerdere scheuten maken. Zoek hiervan de mooiste scheut uit en laat deze zitten. Eventuele andere scheuten dien je terug te snoeien. Die ene scheut die je hebt laten zitten zal zijscheuten proberen aan te maken wat wij niet moeten toestaan. Je snoeit telkens als de druif een zijscheut maakt deze direct weg. Op deze manier zal alle groei naar de lengte en dikte van die ene scheut gaan. Afhankelijk van de soort druif en de weersomstandigheden zal de lengte van deze ene scheut tussen de 50 en 125 cm bedragen. Ook het wortelgestel zal zich op deze manier sterk ontwikkelen. Snoei nu als de druif in het najaar zijn blad heeft laten vallen de druif rigoureus terug tot ongeveer 3 knoppen boven de grond. Dit is het punt waar veel mensen verstek laten gaan daar de meeste van ons dit zonde vinden. Toch zal je hier veel voordeel in de komende jaren mee behalen.

Jaar 2
Wederom zal de druif met meerdere scheuten gaan uitlopen. Zoek nu de beste twee scheuten uit en verwijder alle andere scheuten die zich hebben gevormd of nog gaan vormen. Wederom tolereren we van deze twee scheuten niet dat ze zijscheuten aanmaken en knippen deze het hele groeiseizoen telkens weg. Als de druif zijn blad heeft laten vallen in het najaar zoeken we uit de twee scheuten de mooiste, dikste en krachtigste van de twee uit en binden deze voorzichtig op. De andere scheut knippen we geheel weg. Nu staat er dus één stevige aangebonden scheut die vanaf nu Moederstam genoemd wordt.

Jaar 3
Vanuit de moederstam zullen zich nu in mei scheuten gaan vormen. Bind de scheuten die vanuit de moederstam groeien, nadat ze sterk genoeg zijn, voorzichtig langs de draden op. Het beste is om stevige draden te spannen om de 35 à 45 cm. Deze aangebonden scheuten die vanuit de moederstam komen noemen we vanaf nu de draagsporen.

Wintersnoei druif ouder dan 3 jaar
Zoals we hierboven al schreven bestaat de druif uit een moederstam en draagsporen. De moederstam en draagsporen van de druif worden normaal gesproken niet gesnoeid. Enkel bij zwaar verwaarloosde of zeer oude druiven kan het zijn dat de moederstam en/of draagsporen gesnoeid dienen te worden. De zijtakken en het verlengde van de draagsporen zijn de vruchttakken waarop de druif zal bloeien en druiven zal dragen. Juist de vruchttakken van de druif dienen ieder jaar vernieuwd te worden. De reden hiervoor is dat een druif slechts vruchten zal dragen op eenjarige scheuten. Je snoeit de vruchttakken, het liefst in februari als het niet vriest, die afgelopen jaar gebloeid en vruchten gedragen hebben weg tot boven het eerste goed ontwikkelde oog (knop). In de meeste gevallen zal dit het tweede oog vanaf het draagspoor zijn daar het eerste oog vaak niet goed ontwikkeld is.

Draagsporen druif verjongen
Indien de druif weinig tot geen druiven draagt dan dienen we eens goed te kijken naar de lengte van de draagsporen. Wat ik vaak tegenkom is dat de draagsporen veel te lang zijn waardoor krachtige groei zal verzwakken met het gevolg dat de druif weinig of druiven van een slechte kwaliteit dragen. Indien de draagsporen te lang zijn kan je deze verjongen door ze in te korten tot ongeveer 10cm vanaf de moederstam. Uit de onderste scheut zullen zich dan meerdere nieuwe scheuten vormen. Bewaar de beste en krachtigste van deze scheuten om hier een nieuw draagspoor van te maken. Denk er wel aan dat deze scheut het volgende jaar niet zal bloeien en vruchten dragen. Indien je dus meerdere of zelfs alle draagsporen zal willen verjongen kan je dit het beste door dit jaar de ene helft en volgend jaar de andere helft te verjongen. Op deze manier heeft u in ieder geval nog een aantal draagsporen die druiven zullen dragen.
 
Zomersnoei druif
De zomersnoei is op zijn minst net zo belangrijk als de wintersnoei van de druif. Alleen als je de zomersnoei goed uitvoert zullen er grote en gezonde druiven gevormd worden. Het begint eigenlijk met de dieven die je het gehele groeiseizoen uit de druif moet knippen. Dieven zijn de scheutjes die in de oksels van de draagsporen tot ontwikkeling komen. Nu is het wachten op de eerste bloemtrosjes. Wil je de bloemtrosjes van de druif ontdekken dan dien je zo rond begin juni de druif goed te observeren daar de bloei niet erg opvalt. Gelukkig weten de bijen de bloemen wel goed te vinden daar dit voor de bestuiving erg belangrijk is. Zo rond half juli begin je toch duidelijk trosjes met hele kleine besjes te zien. Dit is het moment om wederom de snoeischaar ter hand te nemen en iedere vruchttak die een trosje besjes bezit terug te snoeien tot ongeveer twee bladeren voorbij het trosje. Indien er op één vruchttak meerdere trosjes gevormd zijn dan laat je slechts het trosje die het dichtst bij de draagspoor staat staan. Alle scheuten die geen trosjes bezitten kunnen volledig weggesnoeid worden. Op deze manier kan de druif zijn krachten gebruiken om mooie druiventrossen te maken.

Druiven krenten
Schrik niet als er na verloop van tijd besjes spontaan van de steeltjes vallen. Dit is absoluut geen reden voor paniek maar slechts een natuurlijke rui. Toch is de natuurlijke rui van de druif niet voldoende voor een ieder die net zulke mooie grote druiven als in de winkel liggen aan hun eigen druivelaar willen hebben groeien. Je zal dan de natuurlijke rui een handje moeten helpen door, zoals dat zo mooi heet, te gaan krenten. Druiven krenten is echter voor de echte fanatieke druiven bezitter en vraagt toch wel om wat geduld. De trosjes met bessen dienen stuk voor stuk bekeken te worden en vrij gemaakt te worden van overtollige besjes. Het beste is om de 9 grootste besjes te laten zitten en de rest te verwijderen door deze voorzichtig met duim en wijsvinger van het steeltje te draaien.

Het aanbinden van druiven dien je altijd te doen met bindbuis.!!

Gazon onderhoud

Onkruid in het gazon

Onkruiden in het gazon zijn net zoals mos in het gazon voor de één een doorn in het oog en voor de ander een natuurlijk verschijnsel. Vooral bezitters van een siergazon zijn ten einde raad wanneer onkruid de kop op steekt in het gazon.

Onkruid_gazon_0001-2

Onkruid in een nieuw aangelegd gazon
Wanneer je een nieuw gazon hebt aangelegd van graszoden zal je de eerste tijd niet tot nauwelijks last hebben van onkruiden. Goede graszodenkwekers leveren nagenoeg onkruidvrije graszoden. Bij pas ingezaaide gazons is het normaal dat er binnen afzienbare tijd onkruiden opkomen. Maak je daar ook niet te druk om. Het voortijdig verwijderen van onkruid in een pas ingezaaid gazon richt over het algemeen meer schade aan dan dat het goed doet. Daarbij zullen de meeste onkruiden die in een pas ingezaaid gazon opkomen vanzelf weer verdwijnen doordat deze niet tegen maaien kunnen. De overige onkruiden kan je het beste verwijderen als het pas ingezaaide gazon sterk genoeg is om te betreden. Je kunt dan het beste na verwijdering van het onkruid de kale plek in het gazon direct weer inzaaien om herhaling te voorkomen. Onderstaand onkruiden die veel in een pas ingezaaid gazon voorkomen maar weer verdwijnen door te maaien zijn o.a.

  • Bromus Hordeaceus (Zachte Dravik)
  • Elytrigia Repens, syn. Elymus repens en Agropyron
  • repens (Kweek of Kweekgras)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Setaria Viridis (Naaldaar)
  • Digitaria Sanguinalis, syn. Panicum sanguinale L. (Harig vingergras of bloedgierst)
Onkruid_gazon_0002-1

Onkruid in een bestaand gazon bestrijden
Indien het een niet al te groot gazon betreft en de onkruiden nog niet de overhand hebben kan je onkruid in het gazon het beste bestrijden door deze er uit te wieden. Als je dit met regelmaat doet is dit een zeer ontspannen werkje. Let wel op dat je de gehele wortel bij met name wortelonkruiden verwijderd. Indien het een groot gazon betreft die al vol met onkruid zit kan je ondanks dat ik hier geen voorstander van ben het gazon bespuiten met een chemisch bestrijdingsmiddel. Er zijn speciale selectieve bestrijdingsmiddelen in de handel die tweezaadlobbigen dood en eenzaadlobbige laat leven. Deze bestrijdingsmiddelen bevatten groeihormonen die ervoor zorgen dat tweezaadlobbigen onkruiden zo hard gaan groeien dat ze uitgeput raken en uiteindelijk afsterven. Het komt dan ook regelmatig voor dat klanten waar wij het gazon tegen onkruiden bespoten hebben binnen enkele dagen opbellen met de opmerking dat het alleen maar erger wordt. Dit is voor mij het teken dat de spuitstof zijn werk gedaan heeft. Binnen twee weken zal al het onkruid verwelkt zijn. Het spuiten van een onkruidbestrijdingsmiddel doe je alleen bij windstil en bewolkt weer en wanneer er de komende 24 uur geen regen van betekenis verwacht wordt. De beste tijd om te spuiten is medio mei.

Indien je de keuze maakt om onkruid in het gazon te bestrijden met een chemisch bestrijdingsmiddel dient het gazon minstens 1 jaar oud te zijn.

Veel voorkomende onkruiden in een gazon

  • Veronica filiformis (Draad ereprijs)
  • Bellis perennis (Madeliefje)
  • Cerastium holosteoides (Hoornbloem)
  • Prunella vulgaris (Brunel)
  • Taraxacum officinale (Paardenbloem)
  • Capsella bursa-pastoris (Herderstasje)
  • Trifolium dubium (Kleine klaver)
  • Trifolium repens (Witte klaver)
  • Medicago lupulina (Hopklaver)
  • Plantago lanceolata (Smalle weegbree)
  • Plantago major (Brede of grote weegbree)
  • Plantago media (Ruige weegbree)
  • Hypochaeris radicata (Biggekruid)
  • Hieracium pilosella) Muizeoor
  • Glechoma hederaceae (Hondsdraf)
  • Potentilla anserina (Zilverschoon)
  • Ranunculus bulbosus (Knol boterbloem)
  • Ranunculus acer (Scherpe boterbloem)
  • Ranunculus repens (Kruipende boterbloem)
  • Ranunculus ficaria (Speenkruid)
  • Rumex acetosa (Veldzuring)
  • Rumex obtusifolius (Ridderzuring)
  • Rumex acetosella (Schapenzuring)
  • Sagina procumbens (Liggend vetmuur)
  • Cirsium arvense (Akkerdistel)
  • Ongewenste grassen in het gazon zijn
  • Holcus Lanatus (Gewone witbol)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Elytrigia Repens (Kweek)

Indien je de onkruiden in het gazon bespuit met een chemisch bestrijdingsmiddel maai dan 7 dagen voor en 7 dagen na de behandeling het gazon niet.

Onkruidbestrijding

Wortelonkruiden bestrijden

Wortelonkruiden zijn de hardnekkigste onkruiden in de tuin. Helaas worden wortelonkruiden nog al eens op een verkeerde manier bestreden. Veel mensen pakken bij het zien van onkruid direct de schoffel. Schoffelen tegen wortelonkruiden werk averechts! Door het schoffelen zullen de worteluitlopers van de wortelonkruiden beschadigen en zich verder verspreiden in de tuin. Schoffelen tegen wortelonkruiden staat dus gelijk aan vermeerderen!

Wortelonkruiden wieden op kale stukken grond
Ook het wieden van wortelonkruiden zal geen makkelijke klus zijn. Zodra je aan een wortelonkruid trekt zal het loof afbreken en de wortels of een gedeelte daarvan in de grond achterblijven. Gevolg is weer hetzelfde als bij schoffelen. Er is een manier van wieden wat wel goed werkt bij het gevecht tegen wortelonkruiden. Dit noemen we uitpuinen. Om de border uit te puinen maken we gebruik van een greep of riek. Steek de greep of riek in de grond en beweeg deze met een schokkerige beweging weer naar boven. De wortels zullen door het loswerken van de aarde naar de oppervlakte komen waardoor je ze makkelijk met de hand kan verwijderen. Op deze manier heb je de meeste kans dat je alle wortels te pakken krijgt. Uitpuinen werkt goed op stukken grond waar geen of weinig beplanting aanwezig is.

Wortelonkruiden_bestrijden_0001-1

Wortelonkruiden bestrijden in vaste plantenborder
Indien je het al zover hebt laten komen dat de wortels van de wortelonkruiden in/door het wortelgestel van gewenste beplanting groeien zul je wat geduld moeten hebben. Wortelonkruiden laten zich in deze situatie niet gemakkelijk verwijderen. Toch zijn er twee manieren om ook nu de wortelonkruiden weg te krijgen zonder de beplanting weg te gooien.

Manier 1
Manier 1 pas je toe als er wel wortelonkruiden in de border groeien maar nog niet overwoekeren. In dit geval kan je de meeste, indien er ruimte genoeg is, wortelonkruiden uitpuinen (zoals hierboven beschreven). Het is een secuur werkje om tussen de vaste planten uit te puinen maar het werkt goed. De wortelonkruiden die in/door het wortelgestel van de vaste planten groeien laat je zitten. Verwijder in geen geval het loof van de wortelonkruiden. Het loof (blad) smeer je in met een kwastje met Roundup. Na de behandeling met Roundup duurt het ongeveer twee weken voordat je de wortelonkruiden ziet verwelken. Roundup is namelijk een bestrijdingsmiddel die opgenomen wordt door de gehele plant zodat ook het wortelgestel af zal sterven.

Manier 2
Manier twee pas je toe als het lijkt dat er geen redden meer aan is. Schep in het najaar alle vaste planten uit de border waar de wortelonkruiden zich bevinden. De vaste planten scheur je. Tijdens het scheuren van de vaste planten verwijder je de wortels van de wortelonkruiden. De delen van de vaste planten die je straks weer terug wilt zetten geef je een tijdelijk onderkomen. Dit kan zijn een opkuilhoek of in een paar cement kuipen. Dit doe je om twee redenen. Ten eerste kan je zo goed in de gaten houden of er nog resten van wortelonkruiden in het wortelgestel van de vaste planten aanwezig zijn en ten tweede geeft dat de tijd om het stuk border waar de wortelonkruiden zich bevinden eens goed op te schonen. Zelf ben ik een groot voorstander om deze klus zonder chemische middelen uit te voeren. Dat wordt dus uitpuinen van de border zoals hierboven beschreven. Wacht een drietal weken met het terugplaatsen van de vaste planten die je een tijdelijk onderkomen hebt gegeven. Eventuele resten wortelonkruid die in deze tijd opkomen kan je dan verwijderen. Pas als je zeker weet dat er geen wortelonkruiden meer aanwezig zijn plant je de vaste planten weer uit in de border. Dit is een uitgelezen kans direct de border te voorzien van goede tuinaarde/bemesting.

Wortelonkruiden tussen verharding of half verharding bestrijden
Indien er tussen de bestrating of grindpaden wortelonkruiden groeien is het grijpen naar chemische middelen bijna onoverkomelijk. Er is echter nog één manier om van de lastige wortelonkruiden af te komen op verhardingen of half verhardingen. Je dient de wortelonkruiden dan uit te putten. Dit is wel een werkje waarbij je geduld moet hebben maar dat het werkt is zeker. Trek telkens als je ook maar het kleinste stukje blad van de wortelonkruiden op ziet komen deze weg. Na verloop van tijd zal je zien dat de wortelonkruiden het op zullen geven. Indien het om grote stukken bestrating/grind gaat is dit bijna niet meer te doen en is het kiezen voor een chemisch bestrijdingsmiddel de beste. Kies voor een bestrijdingsmiddel die opgenomen wordt door de plant zodat ook de wortels zullen afsterven.

Wortelonkruiden_bestrijden_0002-3
Onkruidbestrijding

Onkruid in het gras

Onkruiden in het gazon zijn net zoals mos in het gazon voor de één een doorn in het oog en voor de ander een natuurlijk verschijnsel. Vooral bezitters van een siergazon zijn ten einde raad wanneer onkruid de kop op steekt in het gazon.

Onkruid_gazon_0001-3

Onkruid in een nieuw aangelegd gazon
Wanneer je een nieuw gazon hebt aangelegd van graszoden zal je de eerste tijd niet tot nauwelijks last hebben van onkruiden. Goede graszodenkwekers leveren nagenoeg onkruidvrije graszoden. Bij pas ingezaaide gazons is het normaal dat er binnen afzienbare tijd onkruiden opkomen. Maak je daar ook niet te druk om. Het voortijdig verwijderen van onkruid in een pas ingezaaid gazon richt over het algemeen meer schade aan dan dat het goed doet. Daarbij zullen de meeste onkruiden die in een pas ingezaaid gazon opkomen vanzelf weer verdwijnen doordat deze niet tegen maaien kunnen. De overige onkruiden kan je het beste verwijderen als het pas ingezaaide gazon sterk genoeg is om te betreden. Je kunt dan het beste na verwijdering van het onkruid de kale plek in het gazon direct weer inzaaien om herhaling te voorkomen. Onderstaand onkruiden die veel in een pas ingezaaid gazon voorkomen maar weer verdwijnen door te maaien zijn o.a.

  • Bromus Hordeaceus (Zachte Dravik)
  • Elytrigia Repens, syn. Elymus repens en Agropyron repens (Kweek of Kweekgras)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Setaria Viridis (Naaldaar)
  • Digitaria Sanguinalis, syn. Panicum sanguinale L. (Harig vingergras of bloedgierst)
Onkruid_gazon_0002-2

Onkruid in een bestaand gazon bestrijden
Indien het een niet al te groot gazon betreft en de onkruiden nog niet de overhand hebben kan je onkruid in het gazon het beste bestrijden door deze er uit te wieden. Als je dit met regelmaat doet is dit een zeer ontspannen werkje. Let wel op dat je de gehele wortel bij met name wortelonkruiden verwijderd. Indien het een groot gazon betreft die al vol met onkruid zit kan je ondanks dat ik hier geen voorstander van ben het gazon bespuiten met een chemisch bestrijdingsmiddel. Er zijn speciale selectieve bestrijdingsmiddelen in de handel die tweezaadlobbigen dood en eenzaadlobbige laat leven. Deze bestrijdingsmiddelen bevatten groeihormonen die ervoor zorgen dat tweezaadlobbigen onkruiden zo hard gaan groeien dat ze uitgeput raken en uiteindelijk afsterven. Het komt dan ook regelmatig voor dat klanten waar wij het gazon tegen onkruiden bespoten hebben binnen enkele dagen opbellen met de opmerking dat het alleen maar erger wordt. Dit is voor mij het teken dat de spuitstof zijn werk gedaan heeft. Binnen twee weken zal al het onkruid verwelkt zijn. Het spuiten van een onkruidbestrijdingsmiddel doe je alleen bij windstil en bewolkt weer en wanneer er de komende 24 uur geen regen van betekenis verwacht wordt. De beste tijd om te spuiten is medio mei.

Indien je de keuze maakt om onkruid in het gazon te bestrijden met een chemisch bestrijdingsmiddel dient het gazon minstens 1 jaar oud te zijn.

Veel voorkomende onkruiden in een gazon

  • Veronica filiformis (Draad ereprijs)
  • Bellis perennis (Madeliefje)
  • Cerastium holosteoides (Hoornbloem)
  • Prunella vulgaris (Brunel)
  • Taraxacum officinale (Paardenbloem)
  • Capsella bursa-pastoris (Herderstasje)
  • Trifolium dubium (Kleine klaver)
  • Trifolium repens (Witte klaver)
  • Medicago lupulina (Hopklaver)
  • Plantago lanceolata (Smalle weegbree)
  • Plantago major (Brede of grote weegbree)
  • Plantago media (Ruige weegbree)
  • Hypochaeris radicata (Biggekruid)
  • Hieracium pilosella) Muizeoor
  • Glechoma hederaceae (Hondsdraf)
  • Potentilla anserina (Zilverschoon)
  • Ranunculus bulbosus (Knol boterbloem)
  • Ranunculus acer (Scherpe boterbloem)
  • Ranunculus repens (Kruipende boterbloem)
  • Ranunculus ficaria (Speenkruid)
  • Rumex acetosa (Veldzuring)
  • Rumex obtusifolius (Ridderzuring)
  • Rumex acetosella (Schapenzuring)
  • Sagina procumbens (Liggend vetmuur)
  • Cirsium arvense (Akkerdistel)

Ongewenste grassen in het gazon zijn o.a.

  • Holcus Lanatus (Gewone witbol)
  • Holcus Mollis (Zachte witbol)
  • Poa Annua (Straatgras)
  • Elytrigia Repens (Kweek)

Indien je de onkruiden in het gazon bespuit met een chemisch bestrijdingsmiddel maai dan 7 dagen voor en 7 dagen na de behandeling het gazon niet.

Onkruidbestrijding

Onkruid

Heb je het over de tuin dan komt al snel het onderwerp onkruid aan bod. Niet alleen het werk wat erbij komt kijken om een tuin onkruidvrij te maken maar ook de vraag wat is onkruid hoor ik maar al te vaak. Wie herkent de anekdotes nou niet die op vele verjaardagen ter sprake komen van manlief die zijn best had gedaan om de tuin onkruid vrij te maken maar wat later vaste planten bleken te zijn. Hiermee wordt al snel duidelijk dat wat voor de een onkruid is dit voor de ander niet zo hoeft te zijn. De definitie van onkruid luidt dan ook “Onkruid is een ongecultiveerd kruidachtig gewas die op een ongewenste plaats groeit”?.

Om onkruiden effectief te kunnen bestrijden dienen we eerst wat kennis op te doen van de soorten onkruid. Onkruid kan je in twee belangrijke groepen indelen nl. de wortelonkruiden en de zaadonkruiden.

Bekende Wortelonkruiden zijn

• Zevenblad of Hanepoot (Aegopodium podagraria)
• Kweek of Kweekgras (Elytrigia repens, syn. Elymus repens en Agropyron repens)
• Heermoes (Equisetum arvense)
• Zilverschoon (Potentilla anserina)
• Brandnetel (Urtica)
• Akkerdistel (Cirsium arvense)
• Ridderzuring (Rumex obtusifolius)
• Haagwinde (Convolvulus sepium)
• Adelaarsvaren (Pteridium aquilinium)
• Paardebloem (Taraxacum officinale)
• Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
• Kruipende boterbloem (Ranunculus repens)
• Paardestaart (Equisetum arvense)

Bekende zaadonkruiden zijn
• Vogelmuur (Stellaria media)
• Melganzenvoet (Chenopodium album)
• Straatgras (Poa annua)
• Spiesmelde (Atriplex prostrata, syn. Atriplex hastata)
• Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
• Harig knopkruid (Galinsoga quadriradiata)
• Gewone melkdistel ((Sonchus oleraceus)
• Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis)
• Kleine veldkers (Cardamine hirsuta)
• Kruiskruid (Senecio vulgaris)
• Tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus)